Gender-normaal

Toen onze zoon Antonie vier jaar was, werd hij gegrepen door de kinderserie Mega Mindy. Zij was de logische opvolgster van onder meer de Teletubbies en Dora. Mindy was zijn superheld en hij speelde haar maar al te graag na. Daarom vroeg hij voor zijn verjaardag een Mega Mindy-pak. Ik denk dat onze zoon zich in zijn jonge jeugd nimmer stoerder heeft gevoeld dan wanneer hij zich in zijn zuurstokroze outfit, getooid met bijbehorend masker, op straat begaf om zijn medemens te beschermen tegen boeven en ander gespuis. De kinderen in de buurt lachten hem toe en bevestigden hem lief in zijn stoerheid

Voor een enkeling paste het tafereel niet in zijn aangeleerde hokjes. Zo vroeg een verre buurman of ik mij geen zorgen maakte dat Antonie homoseksueel zou worden als ik hem dit niet verbood, waarop ik antwoordde: ‘Pas maar op, want dan heeft hij het niet van een vreemde.’ Behalve het roze pak kreeg Antonie ook het blauwe pak van Mega Toby, de mannelijke tegenspeler van Mindy op wie zij heimelijk verliefd was. Het blauwe pak heeft onaangeroerd de kringloopwinkel bereikt, maar het roze pak is uiteindelijk tot op de draad versleten in de textielbak beland.

Als het aan minister Van Engelshoven ligt dan hebben kinderen straks geen keuze meer tussen een roze en een blauw superheldenpak. Speelgoed moet van haar genderneutraal worden, naar Frans model. Of zou ze het juist toejuichen als jongens massaal voor roze speelgoed kiezen? Waarschijnlijk zou er toch weer kritiek zijn op de keuze die wij onze zoon lieten. We lieten hem immers kiezen voor de rol van superheld en dat is zo’n mannelijk rolmodel. Dus toch af en terug naar start.

Ik heb inmiddels te doen met homo’s en lesbiennes. Ben je net uit de kast en heb je na je tweede puberteit ontdekt dat je op mensen van hetzelfde geslacht valt, wordt dat geslacht afgeschaft. Een ernstige identiteitscrisis ligt op de loer. En wat te denken van de mensen die jaren het gevoel hebben gehad in het verkeerde lichaam te leven, uiteindelijk de moed hebben gehad om voor het andere geslacht te kiezen. En dan moeten ze nu vernemen dat het toilet van het gekozen geslacht niet meer bestaat. Heeft de minister daar over nagedacht?

Recentelijk heb ik een bezoek gebracht aan onze hoofdstad. Zakelijk kom ik vaak in Amsterdam, maar ‘just for fun’ had ik Mokum al even niet meer bezocht. Ik heb veel voetstappen liggen in de stad van mijn voorouders, de stad waar ik heb gestudeerd, waar ik mijn carrière ben begonnen en waar mijn vrouw en ik ons eerste nestje bouwden. Ik trof het, want ik had de Pride-week uitgezocht. Op het Rokin kwam ik daarom langs het Zero Flags-project. Een project dat bestaat uit 71 vlaggen met het doel af te tellen naar nul en zichzelf dus op te heffen. Elke regenboogvlag staat namelijk symbool voor een land waar homoseksualiteit strafbaar is; in 11 landen wordt het zelfs nog gesanctioneerd met de doodstraf.
Waarschijnlijk niet toevallig ontving ik daags na mijn bezoek aan Amsterdam een LinkedIn-post van Sigrid Kaag, collega van Van Engelshoven, maar dan belast met de portefeuille van Buitenlandse Zaken. Naar aanleiding van de Pride-week berichtte zij dat het zo belangrijk is om stil te staan bij lhbtiq+. In reactie daarop vroeg ik haar wat haar actieve beleid is ten aanzien van de 71 landen waar homoseksualiteit strafbaar is. Zonder dat het mij verbaast, heb ik op die vraag geen antwoord gekregen.

Genderneutraliteit en lhbtiq+ zijn modetermen geworden van een deel van de maatschappij die zichzelf wakker -‘woke’- noemt, maar ze sukkelen zichzelf en de maatschappij echter wandelend in slaap. De kracht van artikel 1 van onze Grondwet is nu juist dat we allemaal verschillen en mogen verschillen, dat we allemaal uniek zijn. Dit grondrecht verplicht echter dat we desondanks - of liever gezegd juist daarom - gelijk moeten worden behandeld.

Je kunt alleen afwijken als er verschillen zijn en er respect is voor die verschillen. Daarin ligt de ontdekking en bevestiging van je eigen identiteit besloten. Dat geldt dus ook voor de identiteit van de grootste groepen, namelijk de heteroseksuele mannen en de heteroseksuele vrouwen die zich prima voelen bij het geslacht dat zij vanaf hun geboorte hebben gekregen. Juist door die groep te erkennen, kunnen anderen daarvan verschillen. En artikel 1 van de Grondwet van ons prachtige vrije land erkent en garandeert onder andere die mogelijkheid. De hele genderdiscussie slaat door, ook daar waar het raakt aan de discussie over gelijkheid tussen man en vrouw.

Tijdens de Olympische Spelen maakte de NOS een onderzoek openbaar dat mannen meer bedekkende kleding dragen dan vrouwen bij het sporten, behalve bij het zwemmen, maar daar hebben vrouwen nou eenmaal meer te bedekken dan mannen, zo luidt de conclusie. Dit onderscheid in sportkleding zou volgens de onderzoekster - of moet ik onderzoeker zeggen - worden veroorzaakt door mannelijke sportbestuurders die de vrouwelijke sporter willen erotiseren. Maar als dat zo is, waarom zwemmen de vrouwen dan niet juist topless is dan mijn vraag aan deze wetenschapster. Zou het zo kunnen zijn dat onze gouden hockeydames zich gewoon prettiger voelen in een rokje, zoals Demi Schuurs, de dubbelpartner van Kiki Bertens tijdens de Olympische Spelen, zich kennelijk prettiger voelde in een short met een polo. Niks mis mee.

Zo is er ook niks mis mee als Noorse beachvolleybalsters zichzelf te bloot vinden tijdens dit spelletje. Dan moeten ze zelf kunnen kiezen voor een andere outfit. Ik vroeg mij wel af welk statement Florence Griffith in de jaren 80 heeft willen maken met haar atletiekoutfit bestaande uit een ontbrekende en een lange pijp. Was zij de eerste lhbtiq+-sporter avant la lettre? Eenieder is voor de wet gelijk en kan alleen gelijk behandeld worden als we mogen verschillen en die verschillen niet worden ontkend of onder het tapijt worden geschoven. Anders is artikel 1 van de Grondwet een dode letter, overbodig. De vrijheid van het individu en respect voor het individu is daarbij uitgangspunt; ook voor de identiteit van de individuen die onderdeel uitmaken van de overgrote meerderheid.

Onze zoon is inmiddels bijna 17 en lijkt inderdaad op zijn vader; hij houdt van mooie vrouwen. En die buurman? Ik kom hem nog weleens tegen; zijn schichtige groet beloon ik dan met een verleidelijke knipoog…

Dit onderscheid in sportkleding zou volgens de onderzoekster worden veroorzaakt door mannelijke sportbestuurders die de vrouwelijke sporter willen erotiseren.